zondag 17 april 2016

Jericho


De afgelopen tijd hebben we in Jozua gelezen. Jozua was natuurlijk een groot leider en daar lees je dan ook veel over. Maar nu kijken we eens met wat andere ogen naar het verhaal over Jericho.

Laten we eens kijken naar Jozua 5:13-15.
13 Terwijl Jozua erover nadacht hoe hij de stad Jericho zou innemen, zag hij een Man met een getrokken zwaard. Jozua liep naar Hem toe en vroeg: ‘Bent u een vriend of een vijand?’ 14 ‘Geen van beide,’ antwoordde de Man, ‘Ik kom als de Aanvoerder van het hemelse leger van de Here.’ Jozua viel in aanbidding voor Hem op de grond en zei: ‘Welke opdracht heeft de Here voor mij?’ 15 ‘Trek uw sandalen uit,’ droeg de Aanvoerder hem op, ‘want dit is heilige grond.’ Jozua deed dat.

God is een God van liefde zeggen we altijd. Dat is ook zeker zo. Maar soms is liefde niet genoeg. God heeft Zijn eigen leger, dat blijkt ook hier wel weer. Jozua ziet een man staan met getrokken zwaard. Dat is ongeveer hetzelfde als je tegenwoordig iemand tegen zou komen met een getrokken pistool. De eerste vraag is dan al, waarom zou je daar op af lopen? Lijkt me toch aardig gevaarlijk. Toch ging Jozua naar die man toe. En ook tegenwoordig zou je het niet in je hoofd halen om te vragen of hij vriend of vijand was. Door die vraag alleen al heb je tegenwoordig de kans om rake klappen te krijgen. Jozua stelde die vraag wel. En het antwoord is in eerste instantie verwarrend.  "Geen van beide". Geen vriend en geen vijand. Maar gelijk komt de verheldering erachteraan. Hij is de aanvoerder, de generaal van het hemelse leger van de Heer. God, de God van liefde heeft een eigen leger? Bewapend met zwaarden en al? Dat is misschien al iets om over na te denken. Is er een reden waarom God Zijn eigen bewapende leger heeft? En er zijn meerdere verhalen, maar ook in dit verhaal lezen we dat het leger van God voor ons mensen strijd. Als wij maar gehoorzamen.

Als we verder lezen in Jozua hoofdstuk 6 dan lezen we hoe de aanvoerder van de hemelse legers aangeeft hoe Jericho ingenomen gaat worden. Hoe de overwinning op deze machtige stad te behalen is. Hoe de ondoordringbare poorten en muren geslecht gaan worden. Deze aanvoerder verteld de opstelling die Jozua moet hanteren om met zijn mensen om de stad heen te lopen.

Als eerste de voorhoede van zijn militairen. Direct gevolgd door zeven priesters met ramshoorns. Daarachter de ark van het verbond met de Heer en daarna het volk. Op deze manier werd aan het volk van Jericho getoond dat heel het volk aanwezig was en dat men niet vang was voor de militaire kracht van Jericho. Ze lieten immers door het blazen op de hoorns duidelijk weten dat ze eraan kwamen. Ook al zei niemand iets. Op de tonen van de ramshoorns na ging een heel volk in stilte langs de muren van Jericho. Een soort stille toch zou je kunnen zeggen. En hoe indrukwekkend kan stilte niet zijn? Hoe beangstigend ook. Hoe zou de voorhoede er trouwens bij gelopen hebben? Zij komen tenslotte als eerste bij de muren aan waarop de verdedigers van Jericho klaarstaan om de pijlen los te laten. En je weet dat je niets mag doen. Ik kan mij zo voorstellen dat zeker de eerste mannen aardig wat zweet op het voorhoofd hadden staan.



Als we naar deze stoet kijken, waar lopen wij dan ergens? Kun je van jezelf zeggen welke plek jij hebt in de stoet? Zit je bij de voorhoede en ben je op die manier het gezicht van je gemeente? Ben je één van die zeven priesters die voortdurend God prijzen door gebruik te maken van hun hoorns? Ben je misschien iemand die de ark draagt, iemand die erop toeziet dat het Woord op een juiste manier op zijn plek aankomt? Of hoor je bij het volk, dat zonder een specifieke taak in vertrouwen het Woord en de leiders van het volk volgt?

Het innemen van Jericho kon alleen lukken door samen te werken. Zo werkt dat ook nu nog als je een plaats in wil nemen met het Woord van God. Zoals hiervoor al aangegeven heb je een Woord van God nodig, hier in de vorm van de aanvoerder van de hemelse legers. Je hebt een leider nodig die het Woord begrijpt en zonder twijfel aanneemt en uitvoert. Je hebt mensen nodig die voorop willen lopen en zo zich kwetsbaar opstellen tegenover de buitenwereld. Dit om de weg voor het Woord zelf vrij te maken. Daarnaast heb je mensen nodig die het Woord dragen, en vooral uitdragen. Voorgangers, maar ook mensen die het Woord leven. Als dat allemaal klopt en goed uitgevoerd is, dan volgen de mensen vanzelf. Zij die niet direct iets lijken te doen in een gemeente maar zeker wel van groot belang zijn. En zoals deze hele stoet zich aan de verdedigers en leiders van Jericho liet zien, open en bloot langs de muren trok, zo moeten ook wij in deze tijd het evangelie weer laten zien.

Nu alleen nog op zoek naar die onverschrokken mensen die als voorhoede willen fungeren. En als die mensen er wel zijn, dan ook aanvaarden dat ze er zijn en zoek dan zelf een plekje in de stoet waar jij thuishoort. Luister naar de stem van God en neem je plaats in, zonder vragen, zonder twijfel. Het evangelie heeft weer van deze onverschrokken mensen nodig om muren te slechten. Waarom land het evangelie soms niet meer in een stad? Misschien omdat we deze manier van veroveren niet meer gebruiken? Het is het leger van God die voor ons al de overwinning behaalt heeft, laten we daarom zelf de wapens neerleggen en ons vertrouwen stellen in de aanvoerder van Gods leger.

Gods zegen en stel je open voor de stem van God. Zoek je plaats in de stoet en ga vol vertrouwen.


vrijdag 8 april 2016

Onesimus

Filemon

Een eenzaam boek in de bijbel.
Als ik het boek zo lees (zonder theologie gestudeerd te hebben) dan lees ik over een oude man die in de gevangenis zit en een brief aan zijn vrienden schrijft. Hij schrijft over het feit waarom hij in de gevangenis zit, en over een persoon die hij bij zich heeft. In die tijd was het hebben van een slaaf heel gewoon, en de persoon waar het over gaat, Onesimus, is eigenlijk ook zo ongeveer een slaaf. De naam klinkt mij Rooms in de oren en het zou mij niet verbazen als hij een bekeerde Romein was. Misschien zelfs wel iemand met een bepaald verleden. Een verleden waar de vrienden van Paulus niet omheen konden. Wat ze niet kunnen vergeten en vergeven. En nu Paulus weet dat hij niet veel meer buiten de gevangenis zal leven, wil deze Onesimus niet meeslepen maar zijn vrijheid teruggeven. Paulus weet ook hoe zijn vrienden denken en geeft ze alvast een waarschuwing, maar vooral een reden om deze man als hun gelijke in de vriendenkring op te nemen.

Hij heeft immers al die tijd zich niet nuttig kunnen maken, maar nu juist wel. Daarom mag hij terug. En alles wat deze man in het verleden gedaan heeft mag verhaald worden op de rekening van Paulus! Dat is makkelijk gezegd als hij in de gevangenis zit! Paulus gaat er trouwens ook vanuit dat men ervoor bid dat hij vrij zal komen. Mooi om te lezen hoeveel vertrouwen hij in zijn vrienden had. Hij zat er trouwens niet alleen, je kunt de namen lezen van zijn andere vrienden die ook al gevangen zaten omdat zij over Jezus vertelden.

Jezus zelf heeft het gezegd: mensen zullen je vervolgen als je hen over Mij verteld. Ze zullen je martelen en gevangen zetten, ja, misschien wel doden.

En dat gebeurd. In de tijd van Paulus, vlak na de tijd dat Jezus geleefd heeft, maar ook nu nog. Ook nu is dit nog steeds de waarheid. Praten over Jezus kan je heel veel kosten. En dan heb ik het niet over persoonlijke drempels die je moet overwinnen.

De bijbel, een heel dik boek. Deze man, medewerker van Paulus, Filemon. 1 hoofdstuk, 25 verzen. Kan dat wel belangrijk zijn?

Zoals je in het eerste gedeelte van deze blog kunt lezen gaat het onder andere over het accepteren van mensen buiten je eigen kring. Het kijken naar wat iemand kan, en niet waar hij vandaan komt. Paulus stelt Onesimus zelfs gelijk aan hemzelf.
Verder lezen we dat het feit dat iets gewoon gedaan moet worden nog geen excuus kan geven om het dwingend te vragen of te eisen. Iets uit liefde vragen wordt eerder geaccepteerd dan het opdringen van iets.

Meer geschiedkundig kunnen we lezen dat men nog steeds heel voorzichtig was met het uitdragen van het geloof. Ze delen hun geloof nog steeds in een huisgemeente. Samenkomen bij iemand in huis en je geloof belijden en verdiepen. Dat schept een band.

Één boek, één hoofdstuk, 25 verzen. Belangrijk genoeg om de bijbel te halen. Lees het af en toe eens door en laat je gedachten afdwalen naar die tijd. Laat deze brief van Paulus tot leven komen.

Als we Colossenzen 4 erbij pakken, lezen we ook dezelfde brief. Ook in deze brief wordt Onesimus genoemd. Inderdaad, hij wordt even genoemd, alleen in vers 9. Niet de hele brief gaat over Onesimus. Kenden Filemon en Onesimus elkaar dan?

Genoeg om weer even over na te denken.


Gods Zegen



Aanbevolen post

Elke dag sterven we.

De bijbel staat vol met geweldige teksten. Teksten voor bemoediging, voor troost, hoop, of gewoon om je geluk te delen. Maar de bijbel beva...