Volgens 'Van Dale' woordenboek:
ge·woon (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: gewoner, overtreffende trap: gewoonst)
1 gewend aan, vertrouwd met: aan iets gewoon raken, zijn
2 gebruikelijk; algemeen aangenomen; normaal: de gewone gang van zaken
3 alledaags; (minachtend) ordinair
4 ronduit, gewoonweg: ik vind het gewoon fijn
Gewoon is dus iets dat niet opvalt, iets dat zo vaak gebeurt dat je er eigenlijk niet meer naar kijkt. Hetzelfde een beetje als je hand uitsteken als je afslaat met fietsen. Hoewel dat misschien wel weer iets minder gewoon wordt. Als je dit zo leest, dan ga je toch nog iets anders kijken naar Markus 6:5
"Omdat zij niet geloofden, kon Hij geen wonderen doen. Wel genas Hij een paar zieken door hun de handen op te leggen"
Voorafgaand hieraan staat beschreven hoe Jezus terug gaat naar Zijn geboorteplaats Nazareth, en hoe de mensen Hem horen spreken en iets hebben van, Hij komt hier toch vandaan? Hoe kan Hij dat dan allemaal weten en waarom denkt Hij dat Hij dat soort dingen kan en mag zeggen? Door het ongeloof kon Jezus géén wonderen doen staat er. En dan wordt er bijna achteloos achteraan verteld, ow ja, Hij genas wel een paar zieken door hun de handen op te leggen. Komt echt zo over van; ja dat deed Hij dan wel, maar dat is niks bijzonders, dat is normaal, dat is 'gewoon'. Het is dat het opgeschreven is, maar het was in die tijd schijnbaar zo normaal dat het eigenlijk het vermelden niet meer waard was.
Nu wordt het als iets aparts gezien. Zeker als je door iemand de handen op te leggen, en door gebed iemand geneest. En dit terwijl Jezus zélf heeft gezegd dat juist dat dingen zijn de gelovigen kúnnen en móeten doen!
In Markus 16:17-18 staat: " De mensen die het geloven, zullen hieraan te herkennen zijn: zij zullen in Mijn naam boze geesten verjagen, zij zullen in nieuwe talen spreken,(18)zij zullen slangen kunnen vastpakken, en als zij iets giftigs drinken, zal hun dat geen kwaad doen, zij zullen zieke mensen de handen opleggen en genezen."
1 Korinthiërs 12:28: "....Dan zijn er die wonderen doen en anderen die de gave hebben zieken te genezen....."
Ook in 1 Korinthiërs 12 wordt dus gesproken over dat wij anderen kunnen genezen.
Nadat Jezus opgegaan was kunnen we ook in de bijbel lezen dat de discipelen, Zijn leerlingen, ook wonderen deden. Handelingen 2:44 bijvoorbeeld. In Handelingen 3 geneest Petrus een verlamde. En in vers 16 legt hij uit hoe hij dat heeft kunnen doen. "Jezus heeft deze lamme man genezen. Door ons geloof in Jezus is hij volkomen gezond geworden. U ziet het zelf!"
Ik zie uit naar de tijd dat het weer 'gewoon' is dat men weer kan genezen door de handen op te leggen. Dat betekend dat het geloof in Christus weer zo sterk geworden is, dat wij ons helemaal aan Hem overgeven. Dat Hij weer door ons mensen kan werken, omdat wij Hem volledig in ons hart, in ons leven toelaten.
Iedereen kan dus in principe mensen genezen. Als je gelooft in Jezus Christus, dat Hij de Zoon van de levende God is, dat Hij op aarde gelopen heeft en aan het kruis is gestorven voor onze zonden. En als je dat gelooft, dan wil je ook zijn als Hem. Je wilt een goede zoon of dochter van je Vader zijn.
Efeziërs 5:1 "Volg Gods voorbeeld in alles, zoals een geliefd kind zijn vader nadoet.