Als we ontstaan zijn uit het niets, en nu de mens zijn die we nu zijn, dan wordt alles dus eigenlijk beter. We zijn immers van stof, naar, amoebe, naar aap, en mens gegaan. Hoe kan het dan dat bijvoorbeeld de botten van de Neanderthalers dusdanig groot en fors waren, dat ze sterker waren dan wie ook nu op deze wereld. In Australië zijn voetsporen gevonden die erop wijzen dat de gewone mens sneller liep dan Usain Bolt, kampioen sprinter. Hieruit blijkt dus eigenlijk, dan de mens steeds minder wordt. Uit opgegraven botten blijkt onder andere ook dat de gemiddelde lengte van de mens ook steeds minder wordt.
Verder zijn er ook nog enkele onzekerheden die evolutie met zich meebrengt.
Diverse planten en dieren zijn dus allemaal dan uit hetzelfde ontstaan. Waarom veranderd iets wat als één ding begon, zich in diverse andere dingen? En komen we dan geen gemeenschappelijke kenmerken tegen in alle diversiteit die nu op deze wereld is? En daarbuiten trouwens. Ligt het aan de omgeving? Dan moeten organismen die bijvoorbeeld in het water zijn, veel overeenkomsten hebben. Kijk eens naar alle diversiteit in de oceanen. Zoveel diversiteit, in een omgeving die voor die schepselen gelijk is. Toch leven er planten, vissen, schildpadden, kreeften en noem maar op. Wel zijn er zogenoemde 'symbiotische relaties' tussen de verschillende levensvormen.
Met symbiotische relaties bedoelen we de relaties tussen levende schepselen. Een relatie die niet te breken is, omdat één van de partijen dat niet overleeft. Als voorbeeld nemen we de papegaaivis en het koraalrif. Op koraal groeit alg. Als er niets aan gedaan wordt, dan sterft het koraal af. Vroeger dacht men dat de papegaaivis het koraal vernielde. Toen men de vis weg hield bij het koraal, begon het koraal af te sterven door een te grote groei van algen, waardoor het koraal verstikt werd. De oplossing lag dus in de aanwezigheid van de vis, die het koraal onderhield.
Stel je voor dat de papegaaivis er niet tegelijk was met het koraal. Het koraal zou dat niet overleven, dat is inmiddels bewezen. Ze moeten dus gelijktijdig op dezelfde plek gekomen zijn. Sterker nog, ze moeten dus altijd al bij elkaar geweest zijn. De één overleeft niet zonder de ander.
Stel je nu eens voor dat beiden, dus zowel het koraal als de papegaaivis, net daarvoor als landwezen het water ingegaan zijn. Dat is dan wel een hele snelle verandering geweest. En als het allemaal zo snel kan veranderen, dan moeten we het in deze tijd ook kunnen zien. Evolutie stopt immers niet, maar gaat altijd door. En als het miljoenen jaren duurt, dan had het koraal dat niet overleeft, zonder de papegaaivis. Of zijn ze beiden 'toevallig' op dezelfde snelheid geëvolueerd?
Blijft leuke materie toch? Ik hou het op het geniale ontwerp van een God die voor dat de aarde gemaakt was, al wist wat Hij van plan was.
En ook al is er wel evolutie, dan nog is dat mede dankzij de grootsheid van God dat beide gelijkertijd geevolueerd zijn. Want ook dat kan dan niet toevallig zijn :-)
BeantwoordenVerwijderen