Voor mijn beroep zit ik heel veel op de weg. En zo af en toe, als mijn gedachten wat afdwalen, zie ik overeenkomsten met het leven en de gedragingen op de weg. Of misschien liever gezegd, ons gedrag als chauffeur.
Als we beginnen zijn we onzeker. We vertrouwen op onze instructeur die ons verteld wat we moeten doen. We hebben de instructeur ook nodig, anders mogen wij de weg helemaal niet op! In het begin zal je op de kleinere wegen rijden. Niet zo veel ander verkeer, wel aardig wat bochten en een lage snelheid. Op die manier leer je de auto een beetje kennen en leer je een aantal dingen automatisch te doen. Handelingen die je elke keer moet doen en waarbij je niet meer na hoeft te denken na een tijdje.
In het begin als je gaat geloven, dan is het eigenlijk net zo. Je gaat heel gretig naar elke dienst die je maar kunt bezoeken van je gemeente. Alle cursussen of trainingsavond probeer je te volgen. Je vertrouwd op je leraren, ook als je het bochtige begin van het geloofsleven doorloopt. Je wilt eigenlijk al de snelweg op, maar je leraar houd je netjes op de wegen die jij op dat moment aan kunt.
Je wordt wat vertrouwder met de auto, je leert de eigenschappen van zowel de auto, als van de wegen en verkeersregels. Dat is het moment dat je de wat drukkere wegen op gaat zoeken. Je mag dus al wat harder rijden, al merk je al snel dat het afhankelijk is van wat de andere bestuurders op de weg doen. Als je alleen zou zijn, was het allemaal veel makkelijker. Niemand anders om rekening mee te houden, en niemand die jou in snelheid tegen kan houden. Helaas werkt het zo niet, en moet je je aanpassen aan de situatie zoals die op dat moment op de weg is. En dat betekend vaak dat je toch met anderen rekening moet houden. Zij vertrouwen tenslotte hun leven aan jou toe, net zoals jij jouw leven aan hen toevertrouwd. Een auto is immers zo ongeveer het enige legale moordwapen dat bijna iedere volwassene bezit.
Als je al langer gelooft dan is het verleidelijk om snel een oordeel te hebben over bepaalde zaken in zowel de bijbel als in de gemeente. Jij weet het immers allemaal al. Toch moet je je aanpassen aan het niveau van de mensen om je heen. Zeker een leraar hoort zich te richten tot de mensen die het het meeste nodig hebben. De anderen moeten zich dan dus tijdelijk even aanpassen. Dat is niet altijd even makkelijk, maar in die periode kun je ook andere mensen in de gemeente meenemen naar een hoger geloofsleven. Je wordt dus niet zozeer opgehouden door alle bochten op je weg, maar wel doordat er meer verkeer op de weg komt.
Hoe het op de snelweg werkt weten we allemaal wel. Lekker hard rijden, weinig bochten dus de snelheid kan flink omhoog. Probleem is vaak dat juist op die wegen heel veel verkeer rijd. Ook verkeer wat niet zo snel kan, of misschien niet zo snel wil. Daar moet je dus wel rekening mee houden. Ook in het geloof. Op het moment dat het voor de meeste mensen duidelijk begint te worden, zal de stroom met mensen ook wat sneller gaan, al zal de stroom ook groter worden.
Mensen hebben allemaal verschillende bagage meegenomen in hun leven. De één heeft 5 koffers in zijn Fiat 500 zitten, de ander twee weekendtassen in zijn Porsche, en de laatste heeft een vrachtwagen met oplegger nodig om zijn leven mee te krijgen. Sommige mensen volgen de route en rijden blind op vertrouwen, anderen vertrouwen toch liever op een navigatiesysteem. Natuurlijk heb je ook mensen die andere mensen meenemen en zo als bus fungeren. Zo vind je alle voertuigen terug in je gemeente. En hoe mooi het er voor het uiterlijk ook uit zou zien, het is niet praktisch als je een gemeente wilt maken van alleen maar mensen met een Porsche. Die schieten dan regelmatig hun doel voorbij. Misschien is het zelfs wel handig als je meerdere buschauffeurs hebt, zodat je veel mensen in je gemeente kunt hebben die op dezelfde golflengte zitten.
De vraag is dus of we allemaal eigenlijk wel op de snelweg willen zitten. Of rijden we liever op onze eigen snelheid langs de kleine landweggetjes, om zo van de omgeving te genieten en ons niet zo druk te maken over waar we eigenlijk naartoe gaan. Wat is belangrijker, ons einddoel of de manier waarop we er komen? Duidelijk is in elk geval dat, welke weg je ook neemt, je altijd te maken zult hebben met andere mensen. Mensen waar je toch rekening mee moet houden. Jij weet namelijk niet met welk doel zij in de auto zitten. Kijken zij ook rustig om zich heen en letten daardoor niet zo goed op de weg, of rijden zij met een bepaald doel in het achterhoofd op die weg? Je moet dus eigenlijk anticiperen op wat de ander kan gaan doen, om zelf verder op je weg te kunnen komen. Voor de ander is het dus hetzelfde.
Laten we ons dus niet alleen op onszelf richten, maar ook rekening houden met de andere mensen op de weg, die net als wijzelf proberen om veilig thuis te komen. Of zoals wij dat op het werk noemen; de laatste stop is het belangrijkste (thuis).
Een blog waarin ik, naast persoonlijke dingen, ook overdenkingen plaats over hoe wij in deze samenleving met God omgaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Aanbevolen post
Elke dag sterven we.
De bijbel staat vol met geweldige teksten. Teksten voor bemoediging, voor troost, hoop, of gewoon om je geluk te delen. Maar de bijbel beva...
-
Het is een heel bekend gezegde "spreken is zilver, zwijgen is goud". En vaak klopt dat ook zeker. Wij mensen hebben nu eenmaal d...
-
Zondag van de Drie-eenheid. De zondag na Pinksteren staat in het teken van de Drie-eenheid. Niet zo heel vreemd als je net de verhalen geh...
Mooie en helder blogje. Dank je wel.
BeantwoordenVerwijderenPrachtige blog. Ik ben het er helemaal mee eens. Maar wat belangrijker is? Einddoel of manier waarop we er komen. Ik denk toch het einddoel, anders weet je de weg ernaar toe niet en dus ook niet de manier waarop je er kunt komen :-)
BeantwoordenVerwijderen